Ze blijven me verbazen, de modemensen. Modemensen houden niet van vrouwen, modemensen houden van mode. Ze maken geen kleding die vrouwen past, ze maken vrouwen die kleding passen. Met hun oordeel over wat mooi en lelijk is, creëren ze een alternatief universum waarbinnen de natuur niet langer van betekenis lijkt. Waarbinnen ‘gezond’ het aflegt tegen ‘passen binnen het plaatje’. De dressuur van de drukker. Een paradox van altijd maar anders willen zijn binnen een tot op de millimeter voorgevormd keurslijf.

Als man mag je daar vooral niets van vinden, hoor je weleens, maar vandaag leg ik dat verbod naast me neer. Ik neem de vrijheid om mijn schoonheidsideaal op vrouwen te projecteren. Mijn ideaal heeft geen photoshop nodig. Mijn ideaal behoeft evenmin make-up. Mijn ideaal hoeft niet wekenlang op citroengrassap te leven om in een veel te kleine bikini te passen. Mijn ideale vrouw is een vrouw met vormen en tekens van leven. Kortom: een vrouw die niet bang is om te leven en te laten zien dat ze leeft. Die vlees verkiest boven plastic.

Het staat eenieder natuurlijk vrij om andere keuzes te maken. In tegenstelling tot de mode-industrie heeft de gemiddelde man met een mening ook niet de middelen om vrouwen (passief) in keurslijven te dwingen. Toch lijkt het er soms op dat deze mannen strenger worden veroordeeld om hun mening dan modebazen als Mike Jeffries en Karl Lagerfeld. Terwijl zij, ondanks hun ook niet bepaald aantrekkelijke voorkomen, autoriteiten op het gebied van schoonheid heten te zijn. En daarmee jonge meisjes tot op het bot onzeker kunnen maken.

Distinctiedrang. De vermeende drijfveer van mode en haar makers. Buiten de boot vallen als deugd. Mode bestaat immers bij gratie van de haat/liefde-verhouding tussen modemensen en de massa. De massa die hen blijft achtervolgen, maar die ze altijd te slim af moeten zijn. Mode-ontwerpers kijken neer op de massa, terwijl de massa met een soort Stockholm-syndroom achter haar kidnappers aan blijft hollen. Zonder ook maar te denken aan het afwerpen van de ketens. Zonder voorgeschotelde modebeelden ook maar even te betwijfelen.

Volgens deze mode-gurus is er immers maar één smaak aan te bevelen: Mangorexia. Wie slank geboren is, zit goed, wie dat niet is, valt maar af. En dan zegt men dat het van die lefgozers zijn, mode-ontwerpers. Unieke types, die tenminste iets durven. Maar in feite is het binnen hun scene klaarblijkelijk pas echt dapper als je kleding maakt die mensen past, in plaats van andersom. Het is dan ook hoog tijd dat we deze poging tot uitroeiing van prachtige verschijningsvormen van de vrouw definitief een halt toeroepen. Vandaag nog.

‘Mode maakt de vrouw kapot’