Oog in oog met het leven,
heeft ze zich vermand
de toekomst trots tegemoet

Door jeugdigheid gedreven,
samen hand in hand
benieuwd op weg naar het zoet

In beweging beschreven,
het havent de rand
het penseel van eb en vloed

Deze klim voelt als zweven,
lopend over land
verbonden doorheen het bloed

Ze staat daar trots verheven,
messcherp, elke tand
gekleurd door een blauwe gloed

Hier nu even gebleven,
ontvlamt daar de brand
verrijst de feniks, geen roet

Beter zicht is het streven,
want velen van stand
vergane glorie te voet

Wend niet langer het steven.
in geluk gestrand
weet samen, zo is het goed

In geluk gestrand