Een tijd terug schreef ik Martijn Jonk, voorzitter van de JOVD, een brief. Het huidige kabinet stond nog in de startblokken en de gepresenteerde akkoorden riepen bij mij vraagtekens op. Niet alleen vanwege de inhoud an sich, maar ook hoe we diezelfde inhoud moeten verenigen met het liberale gedachtegoed in het algemeen en ideeën over vrijheid in het bijzonder. Even daarvoor las ik dat Martijn samenwerking met de SGP niet ziet zitten. Nu wilde ik weten of die weerzin zijn ideeën over vrijheid ook in de weg kan staan. Deze week ontving ik zijn reactie.

Beste Martijn,

Onlangs je vingers nog afgelikt? Of houd je niet van worst? Nee, niet weg leggen, ik houd al op. Ik ben zeker benieuwd wat je van de uit te voeren akkoorden vindt. Je bent voorzitter van de JOVD, voortrekker van een nieuwe generatie liberalen. Schatbewaarder van het liberale gedachtegoed. Dat blijkt wel als je verzet pleegt tegen de afkeurende vinger van de SGP. Jouw missie moet individuele vrijheid zijn. En hoewel het tot het instinct van politieke jongerenorganisaties behoort, ben ik blij dat je bereid bent vraagtekens te zetten bij de keuzes van je moederpartij.

Niet omdat ik iets tegen de VVD zou hebben, maar om de doodeenvoudige reden dat eigenlijk alle grote politieke stromingen – volgens mij – toe zijn aan herijking. Sommigen willen niets liever dan de wereld reduceren tot een binair systeem. Iets is goed of fout, een vrouw is mooi of lelijk, een politieke partij is links of rechts en je bent voor of tegen. Hier tegenin gaan is een doodzonde en levert je liters pek en kilo’s veren op. Dat maakt het interessant voor individuen, maar ook partijen, om voortdurend stellig te zijn. Daartegenover zou dan nuance moeten staan, een mentaliteit die heden ten dage helaas weinig salonfähig meer is. Zie jij jezelf als een stellig persoon? Of schrik je niet terug voor een beetje nuance? Enfin, we dwalen af, het liberalisme.

Het liberalisme stelt vrijheid centraal, als ik me niet vergis. De vrijheid van het individu, om zich te ontplooien naar eigen overtuiging en inzicht. Een voor velen aansprekende visie, omdat het ruimte biedt aan initiatief en diversiteit. Het zou dynamiek moeten creëren en mensen aansporen het heft in eigen handen te nemen.  Mensen houden van vrijheid. Dat is vast ook de reden dat de VVD niet de enige partij is die vrijheid als belangrijke pijler heeft.  We nemen dan ook waar dat velen de vrijheid aanwenden en invulling eraan geven. Dat is mooi. De grote vraag voor nu: waarborgen het gedoog- en regeerakkoord die vrijheid voldoende?

Bladerend door het stuk lees ik dat een “tijdelijke verblijfsvergunning bij niet slagen voor het inburgeringsexamen [zal] worden ingetrokken behoudens uitzonderingen” (p.4) en dat “het kabinet geen subsidie [zal] geven aan organisaties die activiteiten ondernemen die zich tegen de integratie richten” (p. 9). Maar waar zou de grens liggen? Hoe ver vind jij dat een liberaal mag gaan in de integratie-eisen en inburgeringsplicht die hij stelt aan ingezetenen? Volgens het gedoogakkoord is integratie niet hetzelfde als arbeidsparticipatie, maar wat dan wel? Waarin integreer je precies? Zomaar een paar vragen die direct in me opkomen.

Gaat het om conformeren? Het zullen toch randstedelijke idealen zijn die de boventoon voeren. Het zou goed kunnen dat de subsidies voor zwaar gereformeerde scholen hierdoor sneuvelen, waarop de niet-geïntegreerden (?) zich zullen beroepen op de vrijheid van onderwijs. Menig SGP’er zal zich in zijn vrijheid beperkt voelen, omdat zij niet langer in staat zijn hun levens vorm te geven volgens hun eigen overtuigingen. De ironie steekt de kop op, maar een stevige knauw voor de diversiteit.

Eerlijk gezegd lijkt het mij ook lastig om als liberaal van een burger te eisen dat hij Nederlands spreekt. Zeker als hij geen aanspraak maakt op sociale regelingen als WW en Bijstand, maar gewoon een bijdrage levert aan de Nederlandse economie en netjes premies en belasting betaalt. En waarom zou je hen verplichten hun tweede paspoort op te geven? Iemand kan er wel bij varen twee paspoorten te hebben en loyaal te zijn aan twee landen.  Dat kan toch niet het soort staatsbemoeienis zijn waar je als échte liberaal mee instemt? In zekere zin leg je een collectieve wil op aan individuen als je al dit soort eisen aan mensen gaat stellen. Eigenlijk precies wat je de SGP verweten hebt.

En waarom is het ondenkbaar dat een vrouw met hoofddoek politie-agente is? Of laat ik het anders vragen, waarom ontneem je een vrouw de vrijheid een hoofddoek te dragen in combinatie met een politie-tenue? Is de schijn van objectiviteit belangrijker dan de vrijheid van een individu om te zijn wie hij of zij wil zijn, terwijl dat het uitoefenen van de functie op geen enkele manier belemmert? Dan is er nog dat verbod op kleding die het gelaat bedekt. Los van het indirect verbieden van motorrijden, vraagt het om uitleg waarom de vrijheidsbeperkende wens van de ander om iedereen te herkennen, zwaarwegender is dan de vrijheid van een individu om zich terug te trekken – ook in het openbaar. Daarbij bedenk ik me net hoe ironisch het eigenlijk is. In een land waar agenten en  burgers allemaal  ‘gelaatsbedekkende’ kleding zouden dragen, zou geen mens zich nog gediscrimineerd kunnen voelen. Nou ja, misschien op lengte, maar verder zou discriminatie onze vrijheid niet langer in de weg staan.

Cameratoezicht zou aan waarde inboeten. Preventief fouilleren zou daarentegen de enige manier zijn om te weten te komen wie fout is, maar wel met behoud van privacy, als we de lengte, houding en manier van lopen weer eventjes vergeten. Het is fascinerend hoe vrijheid ons in staat stelt om iemand te zijn in het openbaar en iemand in het openbaar zijn de overheid in staat stelt ons als verdachte aan te merken en onze individuele vrijheid te beperken. Op welk moment verzet jij je tegen het afkeurende vingertje van de staat? Wanneer is het voor jou genoeg? Ik ben benieuwd welke betekenissen liberalisme en vrijheid voor jou hebben en of je die waarden terugziet in het beoogde kabinet. Volgens mij komen er de komende decennia nog veel uitdagingen om het hoofd te bieden. En vroeg of laat drukken die uitdagingen op jouw schouders en moet je met nuance, of héél stellig beslissen wat vrijheid binnen het liberalisme betekent.

Met hartelijke groet,

Bas

 

“Beste Bas,

De JOVD, waar ik de voorzitter van ben, houdt altijd scherp in de gaten wat haar moederpartij doet. Welke afwegingen zij maakt en de keuzes die daar uit voortvloeien. Wij zien dat ook als een verplichting van een jongerenorganisatie. Vrij van electorale overwegingen en meer op afstand kunnen wij beschouwen en tot eigen afwegingen komen. Daarnaast laten wij ook vaak het geluid horen van een grote groep leden van de aan ons gelieerde partij die op dit moment niet aan de knoppen zit.

Nuance ben ik niet bang voor. Sterker nog: juist het liberalisme heeft nuance in haar uitleg en uitwerking nodig. Het is een stroming die niet te vatten is in simpele dogma’s en waarvan de uitwerking van de beginselen ook aan de tijd onderhevig zijn. Of het nu gaat om het socialisme, liberalisme of conservatisme: de ideologie beïnvloedt de tijd en de tijd op haar beurt de ideologie. Een ideologie, zoals het liberalisme, is dus geen vaststaand gegeven. Geen onwrikbare, eeuwigdurende bijbelse waarden, maar uitgangspunten en beginselen die telkens vertaald worden naar de maatschappij waarin zij landt. Hoe je daar ook invulling aan geeft, de beginselen van het liberalisme zijn wat mij betreft helder en onverlaatbaar: vrijheid, verantwoordelijkheid en verdraagzaamheid.

Er moet nog iets gezegd over het liberalisme: het is geen stroming die geen moraliteit kent en dus geen goed of kwaad. Ik zal wel degelijke de opvattingen van anderen afwijzen en bestrijden, maar zal hen nooit verbieden deze te uiten.

Je vraagt je af welke eisen een overheid mag stellen ten aanzien van de integratie. Wat is succesvolle integratie? Een integratie die geslaagd is, is er één waarbij iemand op een positieve manier een bijdrage levert en deelneemt aan de Nederlandse maatschappij. Het is natuurlijk wat oppervlakkig, maar er valt wat mij betreft een hoop uit op te maken. Zo verwacht ik dat mensen niet alleen een bijdrage leveren aan de economie, maar –in de breedste zin- ook aan de maatschappij.

Hoe ver mag (of kan) een overheid gaan in het opleggen hiervan aan haar ingezeten? Maar zeer beperkt. Het zit in onze cultuur en daarmee bij de meeste Nederlanders in de genen. Daarnaast hebben we de belangrijkste waarden ook geborgd, zoals in onze grondwet, de beginselen van politieke partijen en in ons onderwijssysteem. Wat mij betreft mag je deze zaken dan ook toetsen bij toekomstige Nederlanders die graag hier willen komen wonen. De vorm daarvan en de inhoud zijn natuurlijk nog aanleiding voor een stevig debat.

Het gaat mij hierbij niet om volledig conformeren of de randstedelijke idealen. Maar wat mij betreft mag je wel van iedere Nederlander verwachten dat hij de beginselen onderschrijft van de (liberale) rechtsstaat en een gedeelde basis aan waarden accepteert. Waarden die wat mij betreft onlosmakelijk verbonden zijn met Nederland (en misschien wel het Westen in het algemeen), zoals gelijkheid van man en vrouw, vrijheid van seksuele oriëntatie en verdraagzaamheid ten aanzien van anders- of niet-gelovigen. Dat zie ik als een basis waarop iedere individu zijn eigen (aanvullende) waarden kan bouwen.

Nu zul je zeggen dat waarden over tijd veranderen en dat een samenleving en de cultuur van die samenleving constant aan verandering onderhevig zijn. Helemaal waar. Maar dat laat onverlet dat politici belangrijke waarden mogen verdedigen en bestendigen ten opzichte van andere culturen die zich vestigen in Nederland. Dit is geheel niet strijdig met het liberalisme, want zoals gezegd: het liberalisme is geen stroming zonder moraliteit.

Het delen van een taal is van groot belang om samen te leven. Dit is een van de redenen waarom een politieke Europese Unie zo moeilijk is en een échte supranationale Europese Unie bijkans een utopie is. Natuurlijk, als je geen woord Nederlands spreekt en keurig je belasting betaalt heeft niemand er last van. Maar laten we eerlijk zijn: dit geldt toch vooral in de hogere lagen van het bedrijfsleven? Want wat als je je baan verliest, wat als de kinderen naar school gaan of als je contact moet hebben met de buren? Een gemeenschappelijke taal is van onschatbare waarde en een absolute voorwaarde voor succesvolle integratie op de langere termijn.

Op het gebied van de paspoorten is een absurde discussie gaande. Het hebben van twee paspoorten kan verdomd handig zijn en is geenszins een teken van loyaliteit of een gebrek daaraan. Het is slechts een teken van de rechten die je in een zeker land hebt. En vergeet niet: paspoorten zijn pas ingevoerd in de tweede helft van de negentiende eeuw. En om nu te stellen dat voor die tijd niemand loyaal was aan zijn staat of dat iedereen loyaal was aan iedere staat gaat waarschijnlijk wat ver. Het hebben van een dubbele nationaliteit is in de meeste gevallen vooral vervelend voor de mensen die twee nationaliteiten hebben. Denk aan de vele Nederlanders die ook over een Turks paspoort beschikken. Bijna niemand heeft om dat papiertje gevraagd, maar gewoon gekregen en daarom mag je ook duizenden euro’s betalen om niet in Turkije in dienst te gaan. Nederland zou zich sterk moeten maken voor het afschaffen van deze verplichte nationaliteiten en het niet moeten faciliteren, maar verder is iedere discussie overbodig.

De vraag of overheidsmedewerkers religieuze symbolen mogen dragen is een lastige. Eigenlijk gaat het vooral om twee voorwaarden waaraan ambtenaren moeten voldoen: zijn zij in staat hun werk volledig uit te voeren en delen zij de beginselen van de Nederlandse rechtstaat. Als het antwoord op beide ja is, dan mag iedere burger dezelfde behandeling verwachten door deze ambtenaar en is angst vanwege de religieuze achtergrond overbodig. Het willen verdrijven van de religieuze symbolen uit de ambtenarij is gebaseerd óf op de beginselen van een volledig seculaire staat (die in sommige kringen aanhang kent) óf simpelweg symboolpolitiek. En eigenlijk is het in beide gevallen symboolpolitiek, maar is onze maatschappij niet op zoveel symbolen gebouwd? Hetzelfde geldt voor de boerka. Noem het symboolpolitiek voor een liberale staat, maar in het maatschappelijk verkeer is het van groot belang dat je contact met elkaar kunt leggen en dat lukt niet met een volledige bedekking van het gezicht. En, eerlijk is eerlijk, ik vind volledige gezichtsbedekking ook een teken van de ongelijkheid tussen man en vrouw. En daarbij ben ik op de hoogte van het feit dat een aantal vrouwen het vrijwillig en misschien wel overtuigd draagt. Overigens is een wetsvoorstel voor een verbod geen probleem voor motorrijden of zelfs carnaval: dat is prima geregeld in een initiatiefwet die Henk Kamp, toen als kamerlid, jaren geleden al eens heeft geschreven.

De zorgen over het preventief fouilleren deel ik geheel met je. De overheid gaat steeds verder met het inperken van de vrijheid, direct of indirect, onder het mom van de veiligheid. We lijken, in een risicoloze maatschappij, vergeten dat vrijheid, of het nu economische vrijheid of privacy is, ook een zeker risico met zich meedraagt. Liberalen moeten pal voor deze vrijheid staan en deze altijd verdedigen. Daarbij hoort ook dat je de uitlegt dat je daardoor nooit alle criminaliteit kunt uitbannen en een vrije samenleving er één is waar risico bij het leven hoort. Hoe dan ook zal dit nooit opwegen tegen het hoogste goed: vrijheid en bescherming tegen tirannie. Zoals vaak gezegd: burgers moeten niet bang zijn voor de overheid, maar de overheid moet bang zijn voor haar burgers.

Tot slot kan ik je geruststellen: je kunt altijd rekenen op mij of de JOVD wanneer het gaat om het verdedigen van de vrijheid. Juist daarom zijn we liberalen.

Vriendelijke groet,

Martijn Jonk”

‘De overheid moet bang zijn voor haar burgers’